ODYSSEUS
Die avond vroeg John: ‘’ken je Odysseus?’’ ‘’ Wie?’’, antwoordde zij. ‘’Die man in het oude Griekenland die tegen zijn vrouw zei: ‘’We kunnen het niet pikken, hoor, dat een of andere blaag uit Troje Helena van Menelaos van de week heeft ontvoerd. Ik heb haar man beloofd met een stel van onze jongens mee te gaan naar Troje om haar weer op te eisen.’’ Dreigend voegde hij eraan toe: ‘’Desnoods wordt het oorlog.’’ Penelope had het idioot gevonden, dat hij weer zo nodig met de boot erop uit moest: ‘’Jij kunt ook nooit eens een jaartje gewoon thuisblijven, hè!” Hij was er niet op in gegaan, was stilletjes het huis uit geslopen om met de mannen de boten in orde brengen. Dat is veel werk en een vrouw staat daar niet bij stil.
Penelope begreep het niet en hij wist, dat het geen zin had om met haar daarover te redetwisten. Over dat gevoel van weg willen uit je stad, uit je veilige omgeving. Met de boot het ruime sop te kiezen De vrijheid tegemoet. Soms had hij, Odysseus, het gevoel, dat hij moest gaan. Alsof de goden hem ertoe presten. Ja dat zou het zijn: Zeus zelf, de oppergod, die zat erachter. Tja, en dan moest je gaan. Er was geen houden aan.
‘’Hij, Odysseus, en de andere mannen van Ithaka gingen vanzelfsprekend mee met de Griekse vloot om de trouweloze Trojanen een lesje te leren. Opgewonden als kinderen waren ze, toen de boten van de Griekse vaste wal koers zetten naar Troje aan de overkant van de zee. De vrouwen hadden huilend op het strand gestaan. Ja, natuurlijk huilden die: ze zagen de bui alweer hangen. Heel wat zogenaamde helden zouden niet levend terugkeren. Zo ging het altijd in een oorlog en het zou dit keer niet anders zijn. Maar al die mannen hadden dat opgewonden gevoel van er weer even uit te zijn, weg uit de sleur van alledag, van in de schaduw van een olijfboom praten over geiten, akkers of olijven.
‘’Waarom vertelde je over die Odysseus?’’, vroeg Melany later die dag. En voegde eraan toe: “Moet jij er misschien ook weer zo nodig vandoor? Kun je niet van mij houden in de beslotenheid van dit huwelijk. Je hebt al zo vaak gezegd, dat je vrij wil zijn, nou ga dan en pak die vrijheid die je zo graag wilt.” John wist een moment niet wat hij moest zeggen. Hij wilde inderdaad de hort op, dat was waar. Op z’n oude dag had ie besloten dat hij toch ook eindelijk een wereldreis moest maken die iedereen al had gemaakt. Okay, het was meer vanzelfsprekend geweest, als hij dat op z’n achttiende had gedaan, maar het was er nooit van gekomen. Nu was hij een volbloed senior, over een paar jaar zou ie strompelen achter een rollator. Dus de verten lonkten des te heftiger. Als hij wandelde langs het strand kon de oneindigheid van de horizon hem niet lang genoeg duren. Daar wilde hij naartoe, waar de zon onderging.
Het was waar: zij legde hem geen strobreed in de weg. Hij kon zo zijn koffers pakken. Wat hield hem dan tegen. Het was zo eenvoudig. Eén mailtje naar Kras of Tui en een week later kon ie in het vliegtuig zitten. Het leek hem schitterend in een jumbojet boven de wolken te klimmen en dan een tijdje te vliegen boven een dik dekbed van witte wolken. En hij ging natuurlijk niet oorlog voeren. Hij keek wel mooi uit. Dus vanwaar die aarzeling? “John lief,” vroeg ze, “Voor de laatste keer, wat houdt je tegen?” Hij keek haar aan en zij zag in zijn ogen een dichte mist optrekken: “koffers pakken, Melany,” antwoordde hij weifelmoedig, “visums aanvragen, het gedrang in treinen, gehobbel in gammele bussen, rijen op het vliegveld, controles vóór de gates, 12 uur klem zitten in een vliegtuigstoel, vliegangst, vreemde gabbers op een vliegveld , opnieuw controle hier en daar, corruptie, vreemde talen niet verstaan, kakkerlakken in hotels, vreemdsoortige eten waar je diarree van krijgt, met een massieve kluit toeristen een of andere wereldberoemde tempel bezichtigen, mishandeling van olifanten waar je met gevaar voor eigen leven op moet zitten en niet te vergeten de malariamug!”
“Niks wereldreis”, Melanie, “ik blijf thuis!” Zij kuste hem op het gefronste voorhoofd. Odysseus zou hij nog menigmaal van stal halen….
Cees Stam
Prachtige invalshoek en uitwerking